De Monophysieten
In de vijfde eeuw ging het West-Romeinse rijk ten onder. In 410 werd
Rome geplunderd door de West-Goten, en in 476 werd de laatste keizer
afgezet. Langzaam maar zeker zette het verval in. De donkere
Middeleeuwen begonnen. 500 lang duurde de achteruitgang. De kunst van
lezen en schrijven ging bijna helemaal verloren. Alleen in kloosters
kon men dat nog. Het dieptepunt werd bereikt met de invallen van de
Denen en Noormannen.
Het Oost-Romeinse rijk wankelde, maar bleef overeind, en bloeide weer
op. Het heeft nog duizend jaar bestaan.
De Christenen bleven doorgaan met ruzie maken. In 381 werd het conflict
tussen Arianen en Katholieken dus beslecht, maar er kwam meteen een
ander conflict voor in de plaats: hoe was Christus tegelijk God en mens.
Als Hij dorst had, had dan alleen Zijn menselijke natuur dorst, of de
Goddelijke ook?
Kon de Goddelijke natuur lijden, of alleen de menselijke?
Alweer speelde een patriarch van Alexandrië een hoofrol,
Cyrillus
geheten. Hij leerde dat de Goddelijke Natuur van Christus de menselijke
zo domineerde, dat de menselijke er niet meer aan te pas kwam.
Eigenlijk had Christus alleen een Goddelijke natuur. Men noemt dit het
Monofysitisme.
Nestorius,
uit Antiochië, was het daar niet mee eens. Hij schreef de wonderen toe
aan de Goddelijke kant, en het lijden aan de menselijke.
Er werden vele synodes aan de ruzie gewijd, waarbij de politiek een
grote rol speelde. De laatste was die van Chalcedon in 451.
Hier kwam men tot de volgende conclusie:
"Christus is waarachtig God en waarachtig mens, in twee naturen, onvermengd en onveranderd, ongedeeld en ongescheiden."
De aanhangers van Cyrillus en die van Nestorius waren het daar niet mee
eens, en splitsten zich af. In Syrië kreeg men de Nestorianen en de
Egyptenaren volgden Cyrillus, zij werden Monophysieten.
De Nestorianen verbreidden hun invloed naar het Oosten, tot in China
toe. De Monophysieten, de latere Kopten, naar het Zuiden, tot in
Ethiopië.
Beide hebben hun leer niet meer gewijzigd, liggen nu in Moslim-gebieden,
en worden in de Kerkgeschiedenis verder volledig genegeerd.