De geschiedenis van de Kopten. Deel XI. De Kruistochten.

De eerste Kruistocht.

"Zo zegt de Here, Zie er komt een volk uit het Noorderland, een grote natie maakt zich op van het uiterste der aarde. Boog en spies omklemmen zij; meedogenloos is het en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden; het is toegerust als een man voor de strijd." Jeremia 6:22-23.

In 1054 splitste de Katholieke Kerk zich in twee delen: de Rooms-katholieken onder leiding van de Paus van Rome, en de Oosters-Orthodoxen onder de Patriarch van Constantinopel. Dit had grote gevolgen.

In 1071 werden de Oost-Romeinen, ook wel Byzantijnen genoemd, door de Turken verslagen, en ze verloren heel Aziatisch Turkije. Keizer Alexius I Comnenus wilde hulp van de West-Europese Christenen om het weer terug te veroveren. West-Europa was net uit de donkerste Middeleeuwen opgekrabbeld. In de ogen van de Oost-Romeinen waren ze barbaren, en terecht. Maar vechten deden de ridders graag en goed. Alexius begreep wel, dat hij het anders moest inkleden. Hij riep de paus op, de heilige plaatsen te bevrijden. Die paus was Urbanus II, en die had daar wel oren naar.
Tijdens een concilie in Clermont-Ferrand beschreef hij de toestand in het Heilige Land op zo’n indrukwekkende manier, dat de Eerste Kruistocht op pad ging.
Een voorhoede onder leiding van de merkwaardige kluizenaar Peter van Amiens bereikte niets, maar vervolgens trokken grote groepen kruisvaarders met meer succes via Constantinopel naar het Oosten.
Overigens waren er ook mensen, die vonden dat de vijanden van God niet alleen in Palestina bestreden moesten worden - onderweg werden er Joden vermoord.
In grote lijnen werd de Eerste Kruistocht een groot succes. Nicaea, Antochië en Jeruzalem (in 1099) werden na verschrikkelijke ontberingen veroverd, het Koninkrijk Jeruzalem gesticht, en het Oost-Romeinse rijk kreeg een groot deel van Turkije terug. Eén kruisvaarder veroverde het koninkrijk Edessa, het huidige Urfa, en werd daar koning.
Dat was niet helemaal zoals Alexius had bedoeld. Die had alle veroveringen aan het Oost-Romeinse rijk willen toevoegen.
Door het bouwen van enorme kastelen verdedigden de kruisvaarders hun rijken. Die staan er nog, en toeristen kunnen ze bekijken.
En hoewel de getoonde moed (de Paus had gezegd dat een gesneuvelde kruisvaarder onmiddellijk naar de hemel ging) grote indruk maakte: een paar duizend kruisridders, zwaar gepantserd en rijdend op grote, zwaargebouwde paarden waren onverslaanbaar, behalve door hitte en zandstormen, maakte de eveneens getoonde wreedheid, vooral bij de verovering van Jeruzalem, dat niet minder. De tekst boven dit stukje had ook op de kruisvaarders kunnen slaan!
De Kruisvaarders zagen de Moslims en de Joden namelijk als vijanden van Christus, en de daar wonende Christenen als ketters, want ze waren niet Katholiek, maar Grieks-Orthodox, Armeens, Nestoriaan of Monophysiet. Die erkenden de Paus niet als hoofd van de kerk (verder ging de theologische kennis van de meeste kruisvaarders niet).
Bovendien maakten de Kruisvaarders veel ruzie, met elkaar en met de Oost-Romeinen, de Byzantijnen. Die wilden het gezag van de Paus ook al niet accepteren.
Maar de Moslims maakten ook veel ruzie, waardoor ze niet konden profiteren van de tweedracht van de Christenen. De Sjiiten van Egypte hadden een hekel aan de Turkse Soennieten en omgekeerd.
De eerste Kruistocht had weinig invloed op de Kopten. De volgende des te meer.

De Tweede Kruistocht.

In 1044 werd Edessa door de Turken heroverd. Dit leidde tot de Tweede Kruistocht. Men probeerde Damascus te veroveren, maar het resultaat was dat alle Syrische Moslims zich achter de Turk Noereddin schaarden. En toen gingen de Kruisvaarders weer naar huis.

In 1162 werd de kruisvaarder Amalrik koning van Jeruzalem. Noereddin had Egypte bezet, waar de toestand nog steeds chaotisch was. De Egyptenaren vroegen Amalrik om hulp(!), en hij kwam graag. Hij wist Noereddin weg te jagen, en Egypte werd een protectoraat van Jeruzalem, dus van de kruisvaarders. Maar Amalrik wilde meer. Eerst zagen de Kopten in hem hun bevrijder, maar bij de verovering van Bilbeis en Tanis bleek dat de Kopten ook werden afgeslacht. Heel Egypte, ook de Kopten, koos weer voor Nureddin, en zijn onderbevelhebber Saladin, Koerd en Soenniet, werd er de baas. Amalrik probeerde Damiate te veroveren, maar dat mislukte. In 1174 overleed Nureddin, en Saladin werd nu helemaal de baas. En Egypte werd Soennitisch.

De Derde Kruistocht.

In 1177 verloren de Oost-Romeinen de slag bij Myriocephalum, en heel Aziatisch Turkije ging weer verloren. En in 1187 veroverde Saladin Jeruzalem (en vele andere steden). Dit leidde uiteraard tot een nieuwe Kruistocht, de derde, met drie koningen, waaronder Frederik Barbarossa, die in Turkije verdronk, en Richard Leeuwenhart. Akko werd heroverd, maar Jeruzalem niet.

De Vierde Kruistocht.

Bij de vierde kruistocht werd Constantinopel veroverd op de (Christelijke) Oost-Romeinen. Men wilde een troon-pretendent helpen, die de Paus als Heer der Kerk zou aanvaarden. Toen dit niet doorging bezette men de stad, en zette een eigen koning op de troon. De stad werd op grote schaal geplunderd. Dit deed de zaak van de Christenen uiteraard geen goed.

Er is ook nog een kinderkruistocht geweest, omdat men het gebrek aan succes van de latere kruistochten toeschreef aan de zondigheid van de deelnemers. De (onschuldige) kinderen eindigden op de slavenmarkt. Bij een volgende kruistocht (in 1218) kwamen de Nederlanders in touw. Ze besloten Damiate (in Egypte) weer te veroveren. Nadat de toren van Damiate werd veroverd, werd Damiate belegerd. Franciscus van Assisi (die van de dieren etc.) kwam langs om te bemiddelen, maar dat had geen success. Uiteindelijk viel Damiate in handen van de kruisvaarders. Maar door ruzies kwam men niets verder, en uiteindelijk werd Damiate opgegeven. De Haarlemse damiaatjes hebben niets met deze kruistocht te maken. Keizer Frederik II had aan deze kruistocht mee moeten doen (de paus deed hem daarvoor in de ban), maar hij kwam pas in 1228 (nog steeds in de ban). Hij was een groot diplomaat (hij sprak zelfs Arabisch), en wist, gebruik makend van ruzies tussen de Moslims, Jeruzalem terug te krijgen. Toen hij terug ging werd Jeruzalem weer terugveroverd. Daarna probeerde Lodewijk de Heilige het. Ook hij voer naar Egypte, en ook hij veroverde Damiate. Maar bij een aanval op Mansoera werd hij gevangen genomen, en om vrij te komen moest hij Damiate teruggeven.

Door ruzies tussen de Moslims konden de Kruisvaarders-rijken nog een poosje blijven bestaan, maar in 1291 viel ook het laatste Christelijke bolwerk, Akko, in handen van de Moslims. Egypte werd dus drie keer aangevallen door de Kruisvaarders. De positie van de Kopten werd er een stuk slechter door.

X. De Islam in Egypte
Naar de index
XII. Egypte na de Kruistochten