Na de dood van Caligula wilde de senaat geen nieuwe keizer, en men
dacht erover, alle leden van de keizerlijke familie uit te roeien.
De Praetoriaanse garde, de lijfwacht van de keizers, wilde wèl een
nieuwe keizer, want de vorige twee hadden de lijfwacht altijd goed betaald.
En dus gingen ze op zoek naar een opvolger, en vonden
Claudius, oom van
Caligula, achter een gordijn. Hij had zich daar verstopt, omdat hij had
gehoord dat de keizerlijke famile uitgeroeid zou worden.
Men dacht dat hij zwakbegaafd was, maar dat was schijn, een houding om te overleven.
Het kostte moeite om de senaat ervan te overtuigen, dat Claudius keizer
moest worden. Agrippa, die ook een vriend van Claudius was, speelde daarbij een grote rol.
De lijfwacht werd royaal beloond, en Agrippa kreeg Judea erbij.
Hij was een goed koning, en een goede Jood. Hij werd er later van
verdacht een opstand tegen de Romeinen voor te bereiden, maar zijn onverwachte
dood verhinderde dat (als hij het al van plan was).
Zijn regering wordt wel de laatste “Gouden eeuw” voor het Jodendom genoemd, maar in de
Bijbel komt hij zo niet naar voren.
Hij wordt genoemd in Hand. 12, waar hij
Jacobus laat onthoofden, en
Petrus gevangen laat zetten. Die ontsnapt op wonderbare
wijze.
En in het slot van dat hoofdstuk wordt beschreven hoe hij zich laat
toejuichen door de bewoners van Tyrus, en hoe hij sterft. Dat wordt als een straf van God gezien.
Blijkbaar had de schrijver van de Handelingen (Lucas, of misschien
iemand anders) een grote hekel aan hem. Het plaatsen van het beeld van Jupiter,
en zijn rol daarin wordt in Handelingen niet genoemd. De Christenen van die
tijd zouden een beeld van Jupiter in de tempel ook vreselijk hebben gevonden.
Van Herodes Agrippa wordt dus wel gedacht, dat hij in opstand tegen de
Romeinen had willen komen. En dat hij van zichzelf dacht, dat hij de Messias
was. Of in ieder geval wilde dat zijn onderdanen dat dachten (hij was in Bethlehem geboren!)
Het vervolgen van de Christenen zou daar goed bij passen.
Jezus was
voor hem dan een concurrent, waarvan de aanhangers moesten worden uitgeroeid.
Er zijn wel speculaties geweest over de vraag, of zo’n opstand kans van
slagen had gehad. Agrippa was slimmer dan keizer Claudius, en er waren naar
schatting 3.000.000 Joden in het Romeinse Rijk (dat is ongeveer evenveel als er
nu in hetzelfde gebied wonen). Dus kansloos was zo’n opstand niet geweest.
Het is aannemelijk, dat niet alleen Petrus moest vluchten, maar dat
alle apostelen zijn gevlucht. De leiding van de jonge Kerk ging over op
Jacobus, de broeder des Heren.
Dat is merkwaardig: hij was geen discipel geweest, was niet met Jezus
rondgetrokken, hij was niet bij het Laatste Avondmaal geweest, en wordt niet
genoemd als aanwezige bij Pinksteren.
Wel geldt hij als een zeer vrome Jood. In latere
geschriften wordt hij zelfs Jacobus de Rechtvaardige genoemd. Maar geloofde hij eigenlijk wel in
Jezus als Messias?
Hij hoefde in ieder geval niet te vluchten.
Toen Agrippa dood was, konden de apostelen terugkeren.
Maar Petrus kreeg de leiding van de kerk niet terug.
We kunnen dat goed zien in het verslag van de Apostelvergadering in Hand. 15.
Petrus spreekt eerst, maar Jacobus heeft het laatste woord.
En in dat laatste woord noemt hij Jezus niet.
Er wordt de laatste tijd veel aandacht besteed
aan spanningen in de jonge kerk tussen Jacobus en
Paulus. Maar het feit dat Jacobus niet hoefde te
vluchten wordt daarbij genegeerd. Ik geloof niet in zulke spanningen.
Er waren hoogstens spanningen tussen Petrus en Jacobus. Ik kom hier nog op terug.
Nog een enkele opmerking over Claudius. In de bijbel wordt hij genoemd
in Hand. 18:2, waar staat dat Claudius de Joden uit Rome had verbannen. Volgens
Suetonius omdat “ene Chrestos onrust onder hen stookte”.
Het zullen wel ruzies tussen Christenen uit de Joden en orthodoxe Joden zijn geweest.
Buiten de bijbel staat hij bekend om zijn zwakheid ten opzichte van (mooie) vrouwen.
Toen hij keizer werd was hij getrouwd met de mooie en jonge
Messalina, die haar nieuwe status gebruikte om grondig
af te rekenen met personen met wie ze nog een appeltje te schillen had, en om jonge minnaars te nemen.
Claudius zat daar niet mee, tot ze een minnaar op de troon wilde helpen. Toen werd beiden
verzocht zelfmoord te plegen.
Maar Claudius kon niet zonder vrouw, en de hofhouding raakte verdeeld
in groepen, die elk een bepaalde vrouw propageerde. Claudius koos voor
Agrippina. Eigenlijk mocht dat niet, want ze was de dochter van zijn broer
Germanicus.
Maar het huwelijk werd gebracht als staatsbelang, en niemand protesteerde.
Agrippina bracht een kind mee uit een vorig huwelijk, ene
Nero.