de vasten:
Namelijk de jaarlijkse vasten der Joden, op welke de verzoening des gehelen volks door den hogepriester in het heilige der heiligen geschiedde, gelijk te zien is Lev. 16:29, en Lev. 23:27, welke dag was de tiende der zevende maand, die ten dele met onzen September, ten dele met onzen October overeenkwamen; zodat de tiende dag kwam omtrent het begin van October, na welke maand de zee bij de ouden niet werd bevaren tot het begin van Maart toe, om de kortheid der dagen en de stormen, die tussen dien tijd veel zijn. Zie Veget de re milit. lib. 4, cap. 39. Hetwelk dan gene gemeenschap heeft met de vastentijden, die sommigen hedendaags houden, die lang na der apostelen tijden in de oude kerk niet bekend zijn geweest.